Welkom in…

De lucht is grauw. Een witte deken hangt laat boven het gras, een lichte motregen maakt het gemiezer compleet. Tussen de palen van de bovenleiding flitst het landschap voorbij. Het is een soort van hutspot van huizen, weilanden, bomen en wegen waarop kleine autootjes langzaam voortsukkelen. Een enkel schokje of een kort ‘kedeng-kedeng’ verraadt iets van de aard van het voertuig waarin ik zit, maar verder voelt alles netjes zacht, verend, comfortabel en geleidelijk aan.

Ik kijk uit het raam, speurend naar een verschil in het landschap, een aanknopingspunt waaraan ik het passeren van de landsgrens zal kunnen afleiden. Wel grappig eigenlijk. Kun je het verschil zien tussen Nederlandse of Duitse weidevelden? Zien de Duitse koeien er anders uit? We passeren een stadje. Nederlandse teksten op de reclameborden en wegwijzers. Dat is dan duidelijk.

In het stadje is nauwelijks iemand op straat te zien. Het kan het tijdstip zijn, het gegeven dat mensen naar hun werk zijn, op school zitten, of thuis van een kop koffie genieten. Het miezerige weer nodigt ook niet echt uit voor een wandelingetje in de buitenlucht.

De trein stopt bij het stationnetje. Op het perron is evenveel beweging als in de trein. Twee of drie mensen stappen uit en evenveel stappen er in. Gehaaste voetstappen op het perron om de nattigheid te ontvluchten. Een blik op het bord buiten de trein vertelt me dat ons voertuig precies op tijd is. Dat mag ook wel eens gezegd worden.

De trein zet zich met een schokje weer in beweging en vervolgt zijn spoor en ik mijn speurtocht. Auto’s bij spoorwegovergangen zijn voorzien van een Nederlandse kentekenplaat. Het zegt niet alles, dat weet ik, maar ik neem alle aanwijzingen mee.

Het is nog erg rustig in ons rijtuig. We hebben bijbetaald om zeker te zijn van een zitplaats, maar een licht gevoel van spijt bekruipt me. Bijna alle zitplaatsen zijn nog leeg. Een enkele haardos die boven of langs de stoelen uitsteekt verraadt de aanwezigheid van een andere passagier.

Nu valt me ineens op dat de masten van de bovenleiding veranderd zijn van vorm. Ook de paaltjes die langs de wegen staan waar we voorbij flitsen zien er ineens subtiel maar onmiskenbaar anders uit. Ook dát zijn aanwijzingen, maar alle velden en bomen zien er nog steeds gewoon als velden en bomen uit.

De omroeper maakt een eind aan de onzekerheid en heet ons in verschillende talen welkom in Duitsland. Herzlich wilkommen in Deutschland!

De blauwe Donau

Aan weerskanten van het grote plein in het stadscentrum van Berlijn staan twee kerkgebouwen tegenover elkaar, hoewel ze niet allebei meer als zodanig in gebruik zijn. Er tussenin staat aan de lange zijkant van het plein het prachtige en imposante Berlijnse concertgebouw. Prachtige gebouwen aan een groot en groots plein. Om het plein staan gebouwen uit verschillende stijlperiodes, die als belangrijke overeenkomsten de hoogte en de afmetingen hebben.

De aanwezigheid van een concertgebouw trekt allerlei straatartiesten aan, waar je wel eisen aan mag stellen. Zo staat er vandaag een violiste. Bescheiden, of goed doordacht, heeft ze een plekje aan de zijkant van het concertgebouw uitgezocht, precies bij een van de terrasjes.

Zoals het een violiste naast een concertgebouw betaamt, stemt ze eerst zorgvuldig haar instrument. Dan speelt ze, overeenkomstig de verwachtingen die je hier mag hebben, met een mooie en heldere toon. Uit bescheidenheid houdt ze het volume binnen de gewaardeerde perken.

In haar eerste muziekstuk herken ik de melodie van de Schönen Blauwen Donau. Berlijn is niet echt de stad van Strauss, maar een kniesoor die op dat soort trivialiteiten let. Ze heeft een voorzichtig tempo uitgezocht, dat niet al te veel van haar vingervlugheid vraagt. Dat geeft de vrolijke klanken meteen iets triestigs. Een beetje jammer.

Ze is zo gaan staan dat ik vanaf het terras haar schuin van achteren zie. Een gemiste kans, als ze het publiek op het terras met haar muziek had willen aansporen iets in het bakje te doen, dat voor haar op de grond staat. Ze heeft haar hoop blijkbaar gevestigd op voorbijgangers.

Tot mijn verbazing heeft ze al na een paar maten succes. Een man, vrouw en kind komen voorbij en deponeren ieder iets in het bakje. Daarmee is het de komende minuten dan wel afgelopen.

Na de Blauwe Donau speelt ze, in ongeveer hetzelfde tempo, een andere melodie om daarna opnieuw de Blauwe Donau te eren. Hm. Nogal beperkt en risicoloos repertoire dus.

We verlaten het terras en bekijken nog een keer het plein en de imposante gebouwen op en langs het plein en vergapen ons voor de etalage van een beroemde chocolaterie. Prachtig, al die kunstwerken in chocolade. Als we na een minuut of tien weer in de buurt komen van het concertgebouw stroomt de Blauwe Donau nog steeds traag voorbij.